Etoile
De Etoile en Belle Poule zijn twee schoeners, gebouwd in 1932 door de Chantier Naval de Normandie in Fecamp, in opdracht van de Franse marineacademie (Ecole Navale). Deze identieke schepen zijn ontworpen als vissersschoeners van het "Paimpolaise"-type, die eind 19e eeuw van de noordkust van Frankrijk naar IJsland zeilden. Ze worden ingezet voor de opleiding van adelborsten in de kunsten van open zee zeilen en navigatie.
Aan boord bevindt zich normaal gesproken één officier, tien onderofficieren, vijf ongerangschikte bemanningsleden en ongeveer twaalf adelborsten of stagiairs. De vaste bemanning is permanent aan het schip verbonden, terwijl de stagiairs meestal voor een periode van één tot twee weken intensieve zeil- en navigatietraining aan boord zijn. De thuishaven van beide vaartuigen is de marinebasis in Brest, vlak bij de Marineacademie die aan de overkant van de rede, in Lanvoc, gelegen is.
De specificaties van de schepen zijn: een waterverplaatsing van 280 ton, een totale lengte van 123 voet (37,5 meter), een breedte van 24 voet (7,2 meter), een gemiddelde diepgang van 12 voet (3,7 meter) en een hoogte van de hoofdmast boven de waterlijn van 107 voet (32,5 meter). Het schip is ook uitgerust met een hulpmotor van 285 pk die een tweeschoeps schroef aandrijft, gebruikt voor het binnen- en buitenvaren van havens. Het schip heeft een mogelijke zeiloppervlakte van ongeveer 500 vierkante meter.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden beide schoeners gebruikt door de Vrije Franse Marine (FNFL) als opleidingsschepen, gebaseerd in Portsmouth (van 1940 tot 1944).
